Aaipiejee (3) – eerste keuring en tweede proefbrouw

In het vorige bericht over de Aaipiejee vind je meer over de receptuur en eerste proefbrouw.

In maart had ik de bierkenners van Biergilde Hartensteeg en een paar biervrienden gevraagd om mijn eerste proefbrouw te keuren. En zo kon het gebeuren dat we bij Jill’s op een vroege zondagmiddag al aan het bier zaten. Wetenschappelijk gezien kun je een bierkeuring trouwens het beste ’s ochtends om een uur of 10 houden, want dan zijn je smaakpapillen in topvorm.

Leidsch aaipiejee, keuring eerste proefbrouw

Frappant hoe alleen de koudhoppen (Amarillo, Bramling Cross, Cascade en Challenger) nog zoveel verschil kunnen maken in het uiteindelijke karakter van het bier. De Bramling Cross-hop viel vooral op door de geur van blauw fruit (pruim, bosbes). Hij viel daarom af als kandidaat voor de Aaipiejee, want die moet meer een citrus-achtige geur krijgen. De Amarillo-hop werd uiteindelijk de winnaar. Bij die variant waren geur en smaak het beste in balans.

Na de officiële keuring was er ook nog gelegenheid voor een ‘speciaalbier & kaas’-proeverij. De combinaties Leidsch Blond met boeren-camembert, Leidsch Weizen met Hollandse belegen geitenkaas, en Leidsch Dubbel met stilton vielen zeer in de smaak.

Nu de keuze voor de koudhop gemaakt is, wordt het tijd voor een tweede proefbrouw. Een kleine correctie op de gebruikte mouten gaat zorgen voor een iets voller karakter en een tikje donkerder kleur (meer oranje dan geel). Door het brouwsel op te splitsen en met verschillende biergisten te laten vergisten, ontstaan weer vier varianten voor de volgende keuring. Daarover later meer…


Top